Indicatoren TOPClass

Naast de kwaliteiten waarover iedere leerkracht dient te beschikken (kennis van kinderen, leren en schoolvakken) zijn ook andere kwaliteiten noodzakelijk.

 

1. De leraar toont respect, inzicht en begrip voor de specifieke gedragsproblemen van de leerlingen.

2. De leraar toont zich bewust van de eigen houding en gedrag en van de invloed daarvan op de leerlingen.

3. De leraar kan op persoonlijke wijze omgaan met het specifieke van leerlingen met gedragsproblemen en houdt hierbij rekening met hun basisbehoeften (autonomie, relatie en competentie), hun verwachtingen en culturele achtergrond.

4. De leraar heeft vanuit diepgaande kennis van ontwikkelingsprocessen bij kinderen inzicht in de sociaal-emotionele en de specifieke pedagogische behoefte van de individuele leerling en is in staat indien nodig om een koppeling te maken naar passende interventies.

5. De leraar is in staat met de leerlingen te praten over diens gedrag en de consequentie die dat heeft voor zichzelf, voor andere kinderen en voor de leraar. De leraar is in staat het gerag concreet te benoemen, zodat de leerling het herkent en ervaart.

6. De leraar is in staat eigen handelingen in de context van de gedragsproblematiek te plaatsen en is in staat instructie af te stemmen op de behoefte van de leerling(en).

7. De leraar heeft kennis van de werkzaamheden van verschillende disciplines binnen het speciaal (basis-)onderwijs, zoals b.v.: logopedist, speltherapeut, MRT, fysiotherapeut, ergotherapeut, muziektherapeut, orthopedagoog, psycholoog, gedragsspecialist, maatschappelijk werk.

8. De leraar kan een plan van aanpak opstellen gericht op de gedragsproblemen en belemmeringen van de leerling. Hij let hierbij specifiek op het gegeven van onder/overvraging en weet gebruik te maken van de expertise van collega’s, deskundigen en ouders.

9. Hij beheerst de in het speciaal onderwijs gangbare leerlingvolgsystemen en weet daarmee om kan gaan. Hij is in staat de didactische behoeften van de leerlingen te vertalen in concrete doelen voor het handelingsplan en brengt hierin verdieping (perspectief volgende fase van ontwikkeling) aan.

10. De leraar gaat op vertrouwelijke wijze om met informatie.

11. De leraar straalt persoonlijke rust uit.

12. De leraar is in staat tot relativeren.

13. De leraar heeft een goede balans tussen werken en ontspannen.

14. De leraar kan werkdruk hanteren.

15. De leraar kan omgaan met onverwachte situaties, ook als die spanningsvol zijn, zonder uit de professionele rol te vallen.

16. De leraar kan eigen emoties en motieven reguleren

TOPClass gedragsspecialist is een samenwerkingsverband tussen Avans Pabo, KPO Roosendaal, INOS en Stichting Het Driespan